Om onze doelen te realiseren werken we samen met anderen, zo nemen we deel in verbonden partijen. Een totaal overzicht en de financiële informatie van onze verbonden partijen is opgenomen in de paragraaf verbonden partijen . Informatie over verbonden partijen die bijdragen aan de realisatie van de doelstellingen in dit programma is weergegeven in onderstaand overzicht. We geven daarbij niet alleen een indicatie over het afgelopen jaar, maar ook een actuele stand van zaken (status maart/april 2024).
- Verbonden partij
Gemeenschappelijke regeling Sociaal
Gemeenschappelijke regeling Sociaal
Website
Vertegenwoordiging Dordrecht
- Mevrouw C.C. van Benschop, voorzitter van het Algemeen Bestuur tevens lid Algemeen Bestuur
- De heer W. van der Kruijff, lid Algemeen Bestuur
- De heer H. van der Linden, 1e plaatsvervangend lid Algemeen Bestuur
- Mevrouw T.F. de Jonge, 2e plaatsvervangend lid Algemeen Bestuur
Deelnemers
De gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht, Zwijndrecht en Hardinxveld-Giessendam.
Vestigingsplaats
Dordrecht
Openbaar of gemeentelijk belang
Samenwerking op tal van onderwerpen in het sociaal domein, zoals de Participatiewet, schuldhulpverlening en maatwerkvoorzieningen voor de Wmo. Het beleid dat de GR Sociaal uitvoert wordt op verschillende manieren vastgesteld. De verordeningen die vanuit de inhoudelijke wetten, zoals de Participatiewet, de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de Wet maatschappelijke ondersteuning, nodig zijn, worden door de deelnemende gemeenten en de GR Sociaal gezamenlijk voorbereid en door de lokale gemeenteraden vastgesteld. De nadere regels en beleidsregels worden grotendeels door het Dagelijks en het Algemeen bestuur van de GR Sociaal vastgesteld.
Relevante beleidsinformatie
Actuele ontwikkelingen d.d. maart 2025
Het jaar 2024 was het eerste volledige jaar waarin het werken vanuit maatschappelijke opgaven conform de visie sociaal domein tot uitvoering kwam. Vanuit de drie inhoudelijke opgaven: Bestaanszekerheid versterken, Ontwikkelen naar werk en Zorgen voor ondersteuning is ingezet op het bestendigen van de visie en zodoende de inzet op een volwaardig en zelfstandig bestaan voor de inwoners van de Drechtsteden. Het leggen van een fundament en versteviging van de basis waren in 2024 dé uitgangspunten.De belangrijkste zaken GR Sociaal voor 2025:
- Begin december 2024 hebben de gemeenteraden van de Drechtsteden gemeenten een anonieme brief ontvangen. In de brief wordt door medewerkers een aantal misstanden binnen de organisatie gemeld. Het dagelijks bestuur van de GR Sociaal heeft hierop besloten een onderzoek te laten uitvoeren naar het geschetste beeld in de brief. Om dit onderzoek gedegen en zorgvuldig te laten verlopen, is onder andere een extern onderzoeksbureau ingeschakeld en een onafhankelijke procesbegeleider ingehuurd.
- De financiële positie van gemeenten staat onder druk als gevolg van de geplande korting door de rijksoverheid op het gemeentefonds. Dit zorgt ervoor dat gemeenten vanaf 2026 geen sluitende begroting meer kunnen opstellen, het zogenaamde 'ravijnjaar'. Om het tij te keren is in 2024 aan de hand van de bestuurlijke opdracht 'Toekomstbestendig Sociaal Domein' onderzocht welke mogelijkheden (knoppen) er binnen de verantwoordelijkheden van de GR Sociaal zijn om bij te dragen aan het beheersbaar houden van de kosten in het Sociaal Domein.
Naast deze bestuurlijke opdracht, waarin we op zoek zijn naar structurele ombuigingen, waren er in de begroting 2024 en 2025 reeds een aantal maatregelen aangekondigd en de financiële consequenties hiervan verwerkt. Voorbeelden hiervan zijn de inzet van Powerful Ageing bij de Wmo, de inzet richting het lokale voorveld, maar ook de inzet op het werk-fit maken van klanten die langer dan twee jaar in de bijstand zijn, meer inzet op parttime werk, het laten uitstromen van statushouders en een pilot LKS. Daarnaast geldt vanaf het jaar 2025 een nullijn voor groei van de formatie, ondanks stijgende aantallen. Naast de reeds genomen maatregelen zijn de ombuigingen uit de bestuurlijke opdracht Toekomstbestendig Sociaal Domein veelal nog in ontwikkeling en worden verder uitgewerkt in 2025.
- De ontwikkelingen rondom het Regionaal Werkcentrum: het RWC is een regionaal samenwerkingsverband van UWV en SDD, waarbij we in overleg met het bestuur van de arbeidsmarktregio een gezamenlijke dienstverlening zullen opzetten. De bedoeling is om samen een loket te vormen waarbij werkenden, werkzoekenden en werkgevers op een plek terecht kunnen. Behalve een sterke uitvoeringsdimensie, biedt dit RWC ook meer strategische kansen om arbeidsmarktbeleid, de inzet van scholing en het inspelen op tekortsectoren meer in samenhang met Economie/de centrumgemeente uit te voeren. Cruciaal voor onze opgave 'Ontwikkelen naar werk', maar ook voor onze processen rondom intake, de poort, triage, samenwerking lokaal/regionaal. Het ligt in de planning om het RWC in de tweede helft van 2024 operationeel te krijgen. Het implementatieplan moet nog worden opgesteld. Hierin moeten strategische keuzes gemaakt over wat wel en niet onder deze ontwikkeling past.
- Daarnaast staan ook robuuste veranderingen in de zorg op het programma. De financiële en personele tekorten dwingen de overheid tot het maken van nieuwe keuzes. Het is nog onduidelijk welke richting deze ontwikkeling op gaat. We volgen deze ontwikkeling uiteraard nauwlettend en praten waar mogelijk mee via onze vertegenwoordigende organen en zetten in op lobby op dit thema.
- Bestaanszekerheid is bovendien landelijk volop in het nieuws: er wordt meer en meer terechte aandacht aan dit onderwerp, de complexiteit van onze regelingen, de uitvoering en de menselijke maat besteed. Vereenvoudiging, maatwerk en samenwerking zijn daarbij van cruciaal belang.
- Focus op uitvoeringsprocessen en gebruik ICT: het werken in nieuwe afdelingen als onderdeel van een maatschappelijke opgave betekent ook dat het nu echt nodig wordt om grondig te kijken naar onze uitvoeringsprocessen. We benutten de mogelijkheden die onze systemen bieden niet optimaal. Nu we een visie hebben op hoe we vanuit de opgaven – inclusief de opgave dienstverlening – ons naar de inwoner willen verhouden, is het een logisch moment om te onderzoeken hoe we tot een integraal herontwerp van onze belangrijkste dienstverleningsprocessen kunnen komen. Met het efficiënter maken van onze processen, waarbij we ook naar de rolverdeling tussen functies onderling kijken en de mogelijkheden van onze systemen optimaler gaan benutten, kunnen we het werken eenvoudiger en leuker maken en zorgen dat er meer tijd beschikbaar komt voor zaken die nu blijven liggen. Ook kunnen we de besturing dan vereenvoudigen. Er ligt dan ook een logische koppeling met de ICT-inrichting.
- Professionele ontwikkeling: in 2024 en 2025 gaan we gerichter inspelen op de wensen die er bij onderdelen (afdelingen, bepaalde groepen medewerkers) van onze organisatie bestaan. Rondom stress-sensitief handelen is al een keuze gemaakt: deze training biedt een verdieping voor een grote groep medewerkers. We zullen hierbij ook eigen trainers opgeleid, zodat we naar de toekomst toe het vakmanschap in onze organisatie hiervoor kunnen borgen. Daarin gaan we ook de verbinding leggen met onze maatschappelijke partners.
Risico's
Actuele risico's d.d. maart 2025
- Het pand 'De Hellingen' is gehuurd tot eind 2026. Investeringen zijn nodig om de functionaliteit van de panden op orde te houden, maar worden beperkt tot het strikt noodzakelijke. Ook de jaarlijkse onderhoudskosten kunnen oplopen, door ouderdom van het pand. Er wordt steeds kritisch gekeken naar de noodzaak van investeringen en onderhoudsverplichtingen. Risico is dat de extra kosten niet binnen de bestaande budgetten kunnen worden opgevangen. De verwachting is overigens dat in 2025 geen grote investeringen of extra onderhoudskosten meer voor het pand aan de Hellingen worden gedaan.
- Uitstaande geldlening: uitstaande geldlening aan Assembly Partner B.V. op 1 januari 2025 groot € 1.132.000. Bij faillissement is het risico tot het niet volledig innen van de uitstaande lening reëel, afgegeven borgstelling zal dit risico beperken.
- Geen compensatie van het Rijk inzake hogere loonkosten: bij het opstellen van de meerjarenbegroting wordt gewerkt met bekende (verwachte & exacte) ontwikkelingen op gebieden als aanpassingen van WML, loonprijsontwikkelingen, bekende cao-afspraken waar van toepassing. Vaststaande gegevens over landelijke ontwikkelingen, gepubliceerd in de meest recente mei- en septembercirculaires van het Rijk zijn hierin verwerkt. Elke wijziging of aanpassing heeft dus direct effect op de hier gepresenteerde (meerjaren-) begroting. Een afwijking van 1% op de lonen voor SW heeft een effect van € 300.000 en op overig personeel een effect van € 78.000.
- Bestandsontwikkeling inkomensondersteuning: de prognose is dat eind 2025 het aantal bijstandsgerechtigden maximaal 6.250 zal zijn. Door het nemen van uitstroom bevorderende
maatregelen wijkt deze af van de prognose van het CPB (6.410). Gezien de resultaten van voorgaande jaren is er een gerede kans dat op het eind van het jaar er 100 bijstandsgerechtigden meer te zijn is er een risico van € 1.750.000.
- In 2025 start het serviceteam externe bewindvoering. De verwachte besparing voor 2025 bedraagt 5%, maar er is uitgegaan van een extra besparing van 6,25% (€ 125.000) om het serviceteam budgetneutraal te laten opereren. Het risico bedraagt de extra besparing.
- Per 1 augustus 2025 gaat Stroomlijn een nieuw contract aan met de vervoerders voor collectief vervoer. De financiële effecten zijn nog onduidelijk.
- Bij de invoering van de Participatiewet is de door het Rijk begrote bezuiniging op de rijksbijdrage als uitgangspunt genomen. Voor de verdeling van de subsidiegelden wordt rekening gehouden met een zogenaamde blijf kansberekening. De werkelijke uitstroom van Drechtwerk versus de uitstroom vanuit het actuarieel model waar vanuit het Rijk werkt, kan (grote) afwijkingen hebben het geen kan leiden tot (aanzienlijke) tekorten op de subsidie inkomsten ten opzichte van de salarisbetalingen zoals inmiddels gepresenteerd.
- Rijkssubsidie SW (vanaf 1-1-2008 gemeentelijke subsidie SW): de subsidie SW is de belangrijkste inkomstenbron van het onderdeel Drechtwerk. Wijziging in de bekostigingssystematiek kan gevolgen hebben voor de omvang van de subsidie SW, dat wil zeggen dat het ministerie de hoogte van de subsidie per SE bepaalt. Elke euro verandering in de subsidie veroorzaakt een gelijke mutatie in het tekort zowel positief als negatief. (In deze voorjaarsbrief zijn de meest recente budgetten verwerkt, septembercirculaire 2024 als wel een verwachte LPO op de SW subsidie).
- DW Kamerlingh Onnesweg 1: het in eigendom zijnde pand van Drechtwerk aan de Kamerlingh Onnesweg 1: onvoorziene benodigde maatregelen om te voldoen aan wet- en regelgeving kunnen impact hebben op het exploitatieresultaat.
- Op basis van de nu bekende informatie wordt voor het jaar 2024 een aanvraag gedaan voor een vangnetuitkering van € 0,5 miljoen. Deze is in de prognose 2025 meegenomen. Of het zal leiden tot een werkelijke uitkering is op zijn vroegst in het vierde kwartaal van 2025 bekend.
- Voor 2025 zijn de uitgaven voor de Alleenverdienersproblematiek nog niet in de begroting opgenomen. De definitieve bedragen worden vastgesteld bij de Meicirculaire 2025. Vervolgens zal een voorstel worden voorgelegd, inclusief het beleids- en uitvoeringskader, zodat de Alleenverdienersproblematiek in 2025 kan worden verwerkt en daarnaast de tegemoetkomingen met terugwerkende kracht over voorgaande jaren kunnen worden uitgekeerd.
- Verbonden partij
Gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid en Jeugd
Gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid en Jeugd Zuid-Holland Zuid (GR DG&J ZHZ)
Website
Vertegenwoordiging Dordrecht
- De heer H. van der Linden, voorzitter en lid Algemeen Bestuur
- De heer M.P.P.M. Merx, lid Algemeen Bestuur
- Mevrouw C.C. van Benschop, plaatsvervangend lid Algemeen Bestuur
Deelnemers
De gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Hoeksche Waard, Molenlanden, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht.
Vestigingsplaats
Dordrecht
Openbaar of gemeentelijk belang
Het in algemene zin behartigen van belangen op het terrein van: publieke gezondheid, maatschappelijke zorg, huiselijk geweld en kindermishandeling, onderwijs, jeugdgezondheidszorg en jeugdhulp.
Relevante beleidsinformatie
Actuele ontwikkelingen d.d. maart 2025
Algemeen
DG&J heeft een meerjarenbeleidsplan en uitvoeringsprogramma opgesteld voor de periode 2024-2028. Het plan geeft richting aan de taakinvulling en ambities van de DG&J en geeft inzicht in relevante ontwikkelingen.Publieke gezondheid
- Gemeenten voeren een beleidsontwikkelingsproces voor de totstandkoming van de lokale nota's publieke gezondheid 2024-2028. De lokale nota gezondheid is eind 2024 aangeboden aan de Dordtse gemeenteraad. Hierin is uitgewerkt wat we lokaal en regionaal doen om gezondheid te bevorderen.
- De Brede Specifieke Uitkering sport en bewegen, gezondheid, sociale basis en cultuur loopt tot 2025/2026. Dit zijn geoormerkte middelen om aan een gezond en actief leven te werken. Ook zijn er vanuit het Integraal Zorgakkoord (IZA) middelen gekomen om de regionale samenwerking met zorgpartners en zorgverzekeraar te versterken. Een (relatief) klein deel van die middelen is bestemd voor de gemeenten, een groot deel voor de zorg. Het Rijk moet het Aanvullende Zorg en Welzijnsakkoord nog inhoudelijk en financieel vertalen. Dat maakt de toekomst van het werken aan gezondheid - op onderdelen - onzeker.
- Het is nog onduidelijk wat de rijksbijdrage wordt voor pandemische paraatheid en seksuele gezondheid. Dit is nog niet vertaald in de voorjaarsnota 2025. We zullen hier aandacht aan wijden in de zienswijzebrief over de begroting 2026 van de DG&J. Het uitgangspunt is dat de dienst voor de uitvoering van de taken binnen de rijksbijdrage(n) moet blijven.
- Er loopt een ontwikkelagenda over de jeugdgezondheidszorg. Gemeenten zullen komende tijd bekijken in hoeverre er bestuurlijk een regionale ontwikkelwens ligt, met het oog op het basispakket van de JGZ. Verder is het rijksvaccinatieprogramma op onderdelen aangepast. Dit betekent dat Jong JGZ hiermee in de uitvoeringscapaciteit rekening moet houden.
OGGZ
- Er vallen twee taken weg bij de GGD en daarmee ook de fte's die hieraan zijn toegeschreven. Het betreft de uitvoering van de toegangspoort MO (stopt eind 2025) en de woonadvisering (PUV) voor de Drechtsteden gemeenten. Het formatievraagstuk moet samen met de impactanalyse naar het Meldpunt Zorg en Overlast bekeken worden. Hier zien we juist een sterke stijging van het aantal meldingen. De continuïteit van de OGGZ-taken komt - mede door de taakstelling - onder druk te staan.
- We brengen in beeld wat het regionale en lokale aanbod bemoeizorg is, om vervolgens te kijken hoe we als gemeente bemoeizorg (beter/anders) kunnen organiseren en de beweging naar voren kunnen maken.
SOJ
- Naast het meervoudig lokale programma Werk voor de Jeugd (vastgesteld in 2022) hebben de 10 gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid in 2024 een regionaal verbeterprogramma vastgesteld: Beschikbare en betaalbare jeugdhulp. De regionale en lokale consequenties van de landelijke hervormingsagenda Jeugd worden hierin meegenomen. Het verbeterprogramma omvat verschillende maatregelen:
- In het programma bakenen we jeugdhulp scherper af ten opzichte van andere, voorliggende wetten en voorzieningen. Hiervoor worden de lokale gemeentelijke verordeningen aangepast.
- We nemen producten en diensten die momenteel regionaal ingekocht zijn kritisch onder de loep en begrenzen we deze, waar mogelijk, onder andere door strenger te selecteren op bewezen kwaliteit.
- We ontwikkelen tools om toegangsmedewerkers van sociale teams beter in staat te stellen om de juiste afweging te maken.
- We breiden het aanbod aan algemene voorzieningen uit door ‘jeugdhulp naar voren’ te halen.
- We verbeteren de zogenaamde huisartsenroute, zodat we meer grip krijgen op het beroep dat via de huisartsen op jeugdhulp wordt gedaan.
- Vergelijkbaar met de huisartsenroute versterken we de gemeentelijke grip op de route vanuit de Gecertificeerde Instellingen en maken we afspraken rondom de in- en uitstroom van jeugdigen met een maatregel. Deze aanpak hebben we in Zuid-Holland Zuid stevig gekoppeld aan het regionale programma ‘Toekomstscenario’, dat al een aantal jaren draait. We bereiden ons met dit programma voor op de landelijke uitrol en zetten ook in op een sterkere inhoudelijke verbinding tussen enerzijds (het contractmanagement van) de Gecertificeerde Instellingen, maar ook Veilig Thuis en anderzijds de sociale wijkteams in de regio.
LVS
- De inwerkingtreding van het wetsvoorstel 'Van school naar werk' is uitgesteld. Verwachte datum is nu 1 januari 2026. School en arbeidsmarkt moeten meer worden vervlochten. Er komen extra middelen, maar de doelgroep RMC wordt dus uitgebreid van 16 tot 23 jaar naar 27.
- De bestuursopdracht naar LVS is afgerond. Vanuit het Algemeen Bestuur is een voorgenomen besluit genomen om LVS structureel uit te breiden van 12,9 naar 15,5 fte. Het proces rondom de zienswijze van de gemeenteraden moet nog doorlopen worden.
- De DG&J ontvangt extra middelen vanuit PmG, waarmee extra leerplichtconsulenten worden ingezet in Dordt West. Deze middelen worden mogelijk in 2026 afgebouwd.
- Het Openbaar Ministerie zal verzuim bij het uitblijven van een vrijstelling (omwille van geloofsovertuiging) niet langer vervolgen. Dit heeft mogelijk gevolgen voor het werk van leerplichtambtenaren.
Risico's
Actuele risico's d.d. maart 2025
Algemeen- Onvoldoende/geen weerstandsvermogen bij de onderdelen DG&J en SOJ om (onvoorziene) tegenvallers op te vangen (vanuit de gedachtelijn bij GR-en geen stapeling van reserves te hebben).
- Loon en prijsstijgingen.
- Hogere werkdruk/ziekteverzuim.
Publieke gezondheid
- Meerkosten naar aanleiding van de Ontwikkelagenda Toekomstbestendige JGZ en/of voor vaccinaties naar aanleiding van het aanpassen van het rijksvaccinatieprogramma.
- Meerkosten voor pandemische paraatheid en seksuele gezondheid als de rijksbijdragen niet dekkend zijn en formatie niet op tijd wordt afgebouwd.
- Het ministerie van VWS wil de vergoedingssystematiek inzake COVID-19 veranderen in een 'prijs per prik'. Het financieel risico ligt dan bij de DG&J (en daarmee de gemeenten). Mogelijk moeten dan andere inhoudelijke keuzes worden gemaakt.
- Het Rijk moet de uitwerking van het Aanvullende Zorg en Welzijnsakkoord nog maken. Dit akkoord moet het vervolg zijn op het GALA en IZA. Op dit moment is onduidelijk welke bijdragen gemeenten in 2026 ontvangen. In de voorjaarsnota 2025 is de financiële vertaling nog niet gemaakt. De GGD heeft bijvoorbeeld een coördinerende rol rondom valpreventie en monitoring. Dat betalen we nu uit het GALA en IZA.
OGGZ
- Bij de openbare geestelijke gezondheidszorg zien we een stijging van meldingen en een niet evenredige stijging van de formatie.
SOJ/VT
- Geen (afdoende) realisatie taakstellingen op jeugdhulp. Nog onvoldoende transformatie van de jeugdhulp.
- Onjuiste c.q. te hoog afgegeven beschikkingen jeugdhulp. Sturen op het normenkader blijft van belang.
- Continuïteits-/financiële problemen bij aanbieders voor gesloten jeugdhulp (JeugdzorgPlus) en Jeugdbescherming West.
- Met terugwerkende kracht declareren van PGB-budgetten.
- Toename van de vraag naar jeugdhulp. Te lang gecontinueerde of niet geleverde zorg door aanbieders jeugdhulp.
- Door een combinatie van een sterke stijging van het aantal meldingen bij Veilig Thuis en een niet evenredige stijging van de formatie kunnen er langere doorlooptijden ontstaan en vertraging bij overdracht van meldingen aan lokale veld door Veilig Thuis ZHZ. Mogelijk worden wettelijke termijnen niet gehaald.
- Meerkosten door het Toekomstscenario kind en gezinsbescherming.
LVS
- Meerkosten voor de uitvoering van LVS om schoolverzuim tegen te gaan (verlenging tijdelijke inhuurkrachten).
- Onzeker of wetsvoorstel 'Van school naar werk' volledig kostendekkend kan worden uitgevoerd. Eind augustus 2025 moet alles draaiende zijn. Tot aan die tijd worden huidige financiële regelingen verlengd.
- Verbonden partij
Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (GR OZHZ)
Website
Vertegenwoordiging Dordrecht
- Mevrouw T.F. de Jonge lid en plaatsvervangend voorzitter Algemeen- en Dagelijks Bestuur
- De heer M.P.P.M. Merx, lid Algemeen Bestuur
- De heer H. van der Linden, plaatsvervangend lid Algemeen Bestuur
Deelnemers
De gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Hoeksche Waard, Molenlanden, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht en de provincie Zuid-Holland.
Vestigingsplaats
Dordrecht
Openbaar of gemeentelijk belang
De regeling is getroffen ter ondersteuning van de deelnemers bij de uitvoering van hun VTH-taken op het gebied van het omgevingsrecht in het algemeen en de Omgevingswet in het bijzonder, alsmede VTH-taken op grond van onder meer de huisvestingsverordening en de APV en daarnaast de ruimtelijke advisering op milieuthema's.
Relevante beleidsinformatie
Actuele ontwikkelingen d.d. maart 2025
- Per 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden, een zeer omvangrijke en ingrijpende wijziging van wet- en regelgeving. In Zuid-Holland Zuid is afgesproken dat OZHZ en de gemeenten samen optrekken bij het in beeld brengen van de impact van de Omgevingswet op de eigen taken en bijvoorbeeld de legesinkomsten en voor zover dat mogelijk is het gezamenlijk ontwerpen van regels voor het omgevingsplan. De impact kan per gemeente verschillen, onder andere omdat deze afhankelijk is van het aantal aanvragen, de mate van toetsing aan het Bouwbesluit op dit moment en de manier waarop de gemeente invulling geeft aan het nieuwe stelsel.
- De OZHZ heeft de afgelopen jaren in afstemming met de gemeentelijke deelnemers de Nota Vergunningverlening, Toezicht & Handhaving (VTH) geactualiseerd. De Nota VTH geeft de kaders voor de uitvoering van de wettelijke taken die door OZHZ worden uitgevoerd. In de tweede helft van 2024 zal het college de nieuwe Nota vaststellen en de raad daarover informeren.
- Het algemeen bestuur OZHZ heeft in maart 2024 een bestuursopdracht vastgesteld om te onderzoeken welke bijdrage OZHZ kan leveren aan het verminderen van de financiële problematiek van de gemeenten. De uitwerking volgt eind 2024 in de begrotingsrichtlijnen voor 2026.
Risico's
Actuele risico's d.d. maart 2025
- De invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (vooralsnog gedeeltelijk) hebben op allerlei onderdelen gevolgen voor de kosten en baten (leges) bij de uitvoering van de VTH-taken. In de loop van 2024 zal OZHZ de eerste effecten, incidenteel en structureel, in beeld brengen.
- Voor wat betreft legesinkomsten zijn we afhankelijk van wat er wordt aangevraagd. Met name de grote bouwprojecten geven daarbij de doorslag.
- Verbonden partij
Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio
Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid (GR VRZHZ)
Website
Vertegenwoordiging Dordrecht
De heer P.A.C.M. van der Velden, voorzitter van het Algemeen- en Dagelijks Bestuur (kroonbenoeming)
Deelnemers
De gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Hoeksche Waard, Molenlanden, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht.
Vestigingsplaats
Dordrecht
Openbaar of gemeentelijk belang
De VR onderdelen Regionale Brandweer Zuid-Holland Zuid, de voorbereiding op Rampen en Crisis (VRC) en de Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR) zijn samen verantwoordelijk voor:
- Het in algemene zin behartigen van belangen op het terrein van: crisisbeheersing, rampenbestrijding, brandweerzorg en geneeskundige hulpverlening.
- Het voorbereiden op een ramp of crisis (inventariseren van risico’s in de regio).
- Het proberen te voorkomen van een ramp of crisis in de omgeving (het beheersen van de risico’s).
- Het bestrijden van een ramp of incident en proberen ervoor te zorgen dat alles zo snel mogelijk wordt hersteld (als er dan toch een incident of ramp gebeurt).
Relevante beleidsinformatie
Actuele ontwikkelingen d.d. maart 2025
- Onderzoek over toekomstgerichte brandweerzorg in samenhang met de betekenis voor de (kosten van) huisvesting: het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio ziet een belangrijk verband tussen toekomstbestendige brandweer (het aantal benodigde en type kazernes) en de meerjarige onderhoudskosten. Het algemeen bestuur heeft daarom een bestuurlijke opdracht gegeven dit in samenhang te onderzoeken. Geconstateerd is dat met de lijn van een compacte en veerkrachtige regio die in 2019 is vastgelegd, een nog steeds actuele koers wordt gevolgd. Naast de inzet op toekomstbestendige brandweerzorg wordt ingezet op het versterken van interregionale samenwerking in crisisbeheersing en een sterkere focus op de risico’s in het risicoprofiel van de VRZHZ. De acties voor de langere termijn krijgen een plaats in het nieuw op te stellen beleidsplan 2026-2029.
- Risk Factory: er is een voorgenomen besluit genomen over het realiseren van een Risk Factory in Zuid-Holland Zuid. In de Risk Factory werkt de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid gezamenlijk met partnerorganisaties aan het vergroten van de zelfredzaamheid en de veerkracht van de samenleving, in het bijzonder kinderen.
- Nieuwe crises en bijbehorende uitdagingen: de Veiligheidsregio heeft zich de afgelopen jaren geconfronteerd gezien met bijzondere extra taken en werkzaamheden voortkomend uit de ontwikkelingen wereldwijd. Daarbij zijn de betrokkenheid bij effecten die de oorlog in Oekraïne en de asielproblematiek teweeg brengen specifiek te benoemen. In tegenstelling tot wat we gewend waren, moet invulling gegeven aan de gevolgen van wereldwijde crises die langdurig zijn en waarbij de Veiligheidsregio een continue schakel vormt tussen het Rijk en gemeenten. Daarnaast stellen de alsmaar verdergaande technologische ontwikkelingen (zoals de energietransitie) de Veiligheidsregio voor nieuwe uitdagingen bij het voorkomen en beperken van incidenten. Al deze ontwikkelingen hebben invloed op de organisatie en de uitvoering van taken zoals in het beleidsplan en begroting opgenomen.
- Aandachtsgebied technologische omgeving: de energietransitie heeft een steeds grotere impact en is volop in beweging. De verwachtingen werkt de Veiligheidsregio uit tot reële scenario’s. De opbrengsten vertalen ze in 2025 tot risico’s en een plan om deze te minimaliseren. Ook eventuele scenario's als (langdurige) stroomstoringen en de impact daarvan zijn meer dan ooit aan de orde en van belang om op voor te bereiden.
- Bovenregionale en landelijke samenwerking: nieuwe crisestypen houden zich niet aan regionale grenzen. Bovenregionale samenwerking wordt daarmee steeds belangrijker. Hiervoor werkt de Veiligheidsregio op landelijk, interregionaal en regionaal niveau samen met onze netwerkpartners. In 2025 geeft de Veiligheidsregio verdere invulling aan de samenwerking met Rotterdam-Rijnmond op het gebied van Crisisbeheersing. Op het gebied van Hoogwater en overstroming organiseert de Veiligheidsregio een bovenregionale oefening met de regio's om ons heen.
- Weerbaarheid: De regie voor versterking van onze nationale veiligheid ligt bij de overheid. Maar voor een veilige en weerbare maatschappij is de inzet van iedereen nodig: regionale en lokale overheden, bedrijven, kennisinstellingen, maatschappelijke
- organisatie en burgers. In 2025 verwacht de Veiligheidsregio een brief vanuit het Kabinet met daarin de eerste concrete beleidsinzet van het kabinet om de weerbaarheid te vergroten. Duidelijk is wel dat stevige inspanningen van gemeenten en veiligheidsregio’s noodzakelijk zijn. Het algemeen bestuur heeft afgesproken te onderzoeken hoe de VRZHZ een coördinerende rol kan vervullen in de regio. Daarnaast kan de Risk Factory een rol vervullen waar het gaat veiligheidsthema’s aan de orde te stellen.
- Deeltijdrichtlijn: de Europese deeltijdrichtlijn gaat uit van het principe dat gelijk werk in voltijd en in deeltijd gelijk beloond moet worden. Dit conflicteert met de wijze waarop het huidig brandweerbestel is vormgegeven. Het ministerie van Justitie en Veiligheid en het Veiligheidsberaad hebben vastgesteld dat er veel waarde wordt gehecht aan het huidige hybride stelsel van beroeps- en vrijwillig brandweerpersoneel in Nederland, en te willen zoeken naar een oplossing die dicht bij het huidige bestel blijft. Hiertoe is een landelijke denktank opgericht met als opdracht ‘Onderzoek hoe de brandweervrijwilligers nadrukkelijk en fundamenteel zijn te onderscheiden van de beroepskrachten en breng in kaart welke mogelijke consequenties dit voor de brandweerorganisatie heeft’. Hieruit vloeien ook de (financiële) consequenties voor de Veiligheidsregio uit voort.
Risico's
Actuele risico's d.d. maart 2025
Het financieel perspectief van de VRZHZ vraagt om blijvend de vinger aan de pols te houden en hier transparant met het bestuur over te spreken. De actuele risico's in de begroting en meerjarenraming.- Bij het onderwerp strategische huisvesting - waarbij ook in brede context het Meerjarig Onderhoudsprogramma (MJOP) wordt betrokken - komen ook de financiële aspecten van te maken keuzes aan de orde. In de begroting 2025 en meerjarenramingen zijn de reserveringen voor onderhoud gebaseerd op een onderhoudsprogramma met een looptijd tot 10 jaar. Het MJOP is in het najaar 2024 geactualiseerd. De actualisatie leidt tot een extra jaarlijkse bijdrage aan VRZHZ vanaf 2025 van € 496,6K. Het voornemen is om de stortingen voor 2025 en 2026 aan de voorziening onderhoud gebouwen vanuit het voordelig resultaat 2024 te financieren.
- Daarnaast zien we ook het risico dat, door economische ontwikkelingen, het kostenniveau van de beoogde prioriteiten in het beleidsplan op termijn verder zou kunnen doen stijgen. De gemeenten zien over het geheel gezien een zorgelijke kostenstijging in alle domeinen op zich afkomen. De financiële ontwikkelingen bij de verschillende verbonden partijen zorgt voor toenemende druk op de gemeentelijke begrotingen. Dit heeft zijn weerslag op de financiële slagkracht van onze gemeente.
- In 2025 moet een nieuwe cao worden afgesloten. De eerste signalen wijzen op een verhoging van ca 5%. In de begrotingsrichtlijnen 2024 is uitgegaan van een indexatie van 3,9%, in de begrotingsrichtlijnen 2025 is 5,4% gehanteerd. Doorrekening van de cao, zodra deze bekend is, moet inzicht geven in de kosten die hieruit voortvloeien.
- Medewerkers, vrijwilligers en piketmedewerkers binden zich minder lang aan onze organisatie. De VRZHZ zet zich in op het blijven boeien en binden tegen de achtergrond dat doorgroei en wisselingen ook gezond zijn voor een organisatie. De financiële keerzijde is dat in de repressieve kant meer collega’s een korter dienstverband hebben en daardoor meer collega’s opgeleid moeten worden.
- VRZHZ heeft op balans een weerstandscapaciteit in de vorm van een algemene reserve van € 500K. En € 10K als onvoorzien in haar jaarbegroting. De benodigde weerstandscapaciteit bedraagt volgens de jaarrekening 2024 van VRZHZ € 906,5K. De weerstandsratio is 0, (= € 510/€ 906,5K).
- Verbonden partij
Stichting Binnenstadsbedrijf
Stichting Binnenstadsbedrijf Dordrecht
Website
Vertegenwoordiging Dordrecht
- De heer M.D. Burggraaf, Bestuurder/secretaris Dagelijks Bestuur
- De heer J.M. Huisman Bestuurder Dagelijks Bestuur
- De heer J. Weeber Bestuurder/penningmeester
- Mevrouw D. van Elsäcker, Bestuurder/voorzitter
Deelnemers
Naast de gemeente Dordrecht zijn de ondernemers en eigenaren partners in het Binnenstadsbedrijf, respectievelijk vereniging Promotie Ondernemers Binnenstad Dordrecht (POBD) en de vereniging van Vastgoedeigenaren 3311 (VVE3311). De 3 partners hebben een onafhankelijke voorzitter benoemd.
Vestigingsplaats
Dordrecht
Openbaar of gemeentelijk belang
De stichting heeft een openbaar belang namelijk de toekomstbestendigheid van de binnenstad van Dordrecht vergroten. Om de binnenstad aantrekkelijk te maken om zo meer bezoekers naar de stad te trekken, hun verblijfstijd te verlengen, het terugkeerbezoek te bevorderen, de bezoekerstevredenheid te vergroten, het ondernemersklimaat en de economisch vitaliteit van de binnenstad te versterken. De meerwaarde wordt bereikt door een geprofessionaliseerde samenwerking waarin ondernemers, vastgoedeigenaren en gemeente zich samen inzetten voor de binnenstad. De verantwoordelijkheid voor het functioneren van de binnenstad ligt namelijk niet bij één partij, maar vormt een gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Relevante beleidsinformatie
Actuele ontwikkelingen d.d. maart 2025
De raad is op 19 september 2023 akkoord gegaan met de participatie van de gemeente in stichting Binnenstadsbedrijf Dordrecht (BBD). De stichting is op 26 oktober 2023 opgericht. Vanuit het meerjarenplan heeft het bestuur op 15 november 2024 de begroting 2025 goedgekeurd en op 5 februari 2025 het jaarplan 2025. De begroting 2026 en de meerjarenbegroting worden in het najaar besproken en vastgesteld. Voor de nadere uitwerking van het meerjarenplan wordt gewerkt met drie programmagroepen die zijn gekoppeld aan de thema’s uit het meerjarenplan, Gastvrij & Beleving, Toekomstige invulling Binnenstad Dordrecht en Duurzaam & Digitaliseren. BBD maakt gebruik van een digital twin dashboard. Door integratie van data over bezoekersstromen, winkelactiviteiten, vastgoed en parkeergelegenheid biedt het dashboard een compleet en actueel beeld van de binnenstad. BBD heeft een communicatieplatform voor alle aangesloten partners in de binnenstad: Chainels. De financiering wordt voor wat betreft de bijdrage vanuit ondernemers en eigenaren gedekt uit het Ondernemersfonds Dordrecht.Risico's
Actuele risico's d.d. maart 2025
Geen bijzonderheden.